zaterdag 31 augustus 2019

De Arnaud Joannes Stichting





De Arnaud Joannes Stichting (AJS) werd opgericht in 1977. De noodzaak tot het oprichten van de Stichting vloeide voort uit de wil om een vermogen, dat ontstond na de verkoop van groot familiebedrijf, niet als privé-eigendom te beschouwen maar om dit vermogen in te zetten ten behoeve van een groter sociaal geheel. Zie ook https://www.ajstichting.nl/info-en-contact-6.html
De doelstelling van de Stichting is het om de beschikbare middelen in te zetten voor alle mogelijke activiteiten en groepen dan wel mensen, die zich inzetten voor de brede sociale impuls van de antroposofie in de geest van de bedenker Rudolf Steiner.

De sociale impuls van de antroposofie 
In zijn gelijknamige werk beschreef Dieter Brüll (die als adviseur betrokken was bij de oprichting van de Stichting en later ook enige tijd  bestuurslid van de Arnaud Joannes Stichting was) de sociale impuls van de antroposofie in vier elementen:
1.De sociologische basiswet
De door Rudolf Steiner geformuleerde sociologische basiswet beschrijft hoe de mens zich door de tijden heen zó ontwikkelt, dat hij steeds meer in individuele vrijheid en verantwoordelijkheid handelt. Dit is een proces van emancipatie voor het individu, maar waarbij hij zich ook kan afzonderen van de gemeenschap en slechts zijn eigen belangen najaagt.
De sociologische basiswet luidt:
Aan het begin van haar culturele status streeft de mensheid naar het ontstaan van sociale instellingen; het belang van de enkeling wordt voorshands aan het belang van de instellingen opgeofferd; de verdere ontwikkeling leidt er evenwel toe, dat de enkeling zich uit de belangen van de instellingen bevrijdt en tot een vrije ontplooiing van zijn behoeften en van zijn capaciteiten komt.”
2.De sociale hoofdwet
In de sociale hoofdwet beschreef Rudolf Steiner een toekomstgerichte ontwikkeling waarin hij een verband waarneemt tussen altruïsme en welzijn: hoe meer mensen niet voor zichzelf maar voor elkaar zorgen - en de wederzijdse afhankelijkheid daarin respecteren - hoe groter het welzijn van de betrokkenen.
De sociale hoofdwet luidt:
Het welzijn van een geheel van samenwerkende mensen is des te groter, naarmate de enkeling minder aanspraak maakt op het resultaat van zijn prestaties, dat wil zeggen naarmate hij meer daarvan aan zijn medewerkers afstaat en naarmate meer van zijn behoeften niet uit eigen prestaties, doch door de prestaties van anderen worden bevredigd.”
3.Het sociale oerfenomeen
De essentie van wat zich in het sociale leven afspeelt, is dat wat er van mens tot mens leven kan. Het sociale oerfenomeen speelt zich af in de ontmoeting van mens tot mens en is in ideale zin datgene wat mensen boven zichzelf uit doet stijgen, of anders gezegd: wat mensen stimuleert om alsmaar meer te handelen vanuit het perspectief van de mensheid als geheel.
4.De sociale driegeleding
De sociale driegeleding, beschreven door Rudolf Steiner, vormt voor onze tijd het oerbeeld van een menswaardige samenleving. In zo’n samenleving kan de mens:
·         Zich in vrijheid ontwikkelen en ontplooien.
·         In gelijkheid meebesluiten over de inrichting van de samenleving.
·         In broederschap samenwerken om in elkaars behoeften te voorzien.
Daarmee hebben vrijheid, gelijkheid en broederschap elk hun eigen gebied binnen de samenleving:
·         Vrijheid in het gebied van onderwijs, religie, wetenschap en kunst.
·         Gelijkheid in het gebied van recht en politiek.
·         Broederschap in het gebied van de economie.
Door deze gebieden van elkaar te onderscheiden kunnen ze zich naar hun eigen aard ontwikkelen.
Bron: Dieter Brüll, De sociale impuls van de antroposofie, Zeist 1985.



Na het verschijnen van mijn eerste boek “Trias Politica Ethica” in 2006, dat de sociale driegeleding op een moderne manier probeert bekendheid te geven bracht de Uitgever John Hogervorst mij in contact met de toenmalige bestuursleden waaronder Paul Boon en de oprichtster Marlene uit Bergen. Een aantal bestuursleden wilden stoppen en er moest een aanvulling gezocht worden. Zo ontstond in 2007 een nieuw bestuur bestaande uit Paul Boon, John Hogervorst, Ben Gevonden en mijn persoon met instemming van Marlene. Die samenstelling is gebleven tot het najaar van 2019.

Op de voorgrond AJS-bestuur met vlnr: R.Thelosen, J.Hogervorst, P.Boon en B.Gevonden 


Later heeft de Stichting ook de ANBI status gekregen en is ook opgenomen in het jaarlijke Fondsenboek van Goede Doelen Stichtingen. Gemiddeld drie à vier keer per jaar werden bestuursvergaderingen gehouden in een centraal gelegen plek zoals het NS-station in  Utrecht of op de Kraaijbeekerhof in Driebergen. Dan werden nieuwe aanvragen besproken of eigen geïnitieerde projecten voorbereid.

Driegeledingskrant

Toen er een grote overzichtstentoonstelling over het werk van Rudolf Steiner in Nederland zou komen in de Kunsthal in Rotterdam in 2014 heeft het bestuur van de AJS bijgedragen om rondom die gebeurtenis een Driegeledingskrant uit te geven. In een oplage van 20.000 stuks zijn die verspreid over Nederland, voornamelijk via Vrije Scholen en Antroposofische instellingen. Steiner heeft landelijke bekendheid als oprichter van de in Duitsland genoemde Waldorfscholen, die in Nederland bekend staan als vrijeschool. 
In najaar 2019 wordt het honderdjarig bestaan gevierd  van de vrijeschoolbeweging die inmiddels internationaal succesvol is geweest met op alle continenten scholen. https://vrijescholen.blogspot.com/2018/01/waarom-eisen-wij-niet-het-beste.html    en
https://vrijescholen.blogspot.com/2013/11/novaliscollege-beste-vrijeschool-van.html
Minder bekend is het feit dat Steiner ook een maatschappijvisie heeft beschreven, die een soort tussenweg is tussen enerzijds het liberale kapitalisme en anderzijds het staatsgeleide communisme. Een soort van socialisme  3.0 

In ruim 12 jaar, dat ik zitting had in het bestuur, zijn er veel aanvragen geweest om financiële ondersteuning te verlenen bij het uitgeven van boeken, bij projecten om de sociale driegeleding meer bekendheid te geven, als ondersteuning bij cursussen en het geven van lezingen.  Meerdere beginnende (staats-) vrije scholen hebben ook een beroep op de AJS gedaan en die werden dan gesteund tijdens de opstartfase en/of voor initiële /eenmalige kosten. We wilden dergelijke initiatieven niet structureel ondersteunen en dus van ons afhankelijk maken.   Door de heterogene samenstelling van het bestuur met leden uit vier verschillende hoeken van Nederland (met als woonplaatsen: Assen, Utrecht, Breda en Waalre) en ervaringen, waren de besprekingen altijd zeer inhoudelijk door de inbreng van verschillende kennisachtergronden.  


Boekomslag :Economie van R.Steiner

Met steun van de AJS is ook de Steiner cursus en verzameling lezingen en vragen-beantwoording over de economie opnieuw uitgegeven en door John tijdens verschillende lezingen gepresenteerd in 2015 en 2016. Zie ook        https://solidaire-economie.blogspot.com/2016/03/economie-de-wereld-als-een-economie.html   en    https://solidaire-economie.blogspot.com/2016/04/een-andere-economie-is-mogelijk.html


Midden: Spreker John Hogervorst en rechts Henk Verboom op 19/04/2016 Novaliscollege
De AJS heeft ook een financiële bijdrage geleverd bij het uitgeven van mijn tweede boek Solidaire Economie, dat verschenen is bij Nearchus uitgeverij in Assen.in 2017.



vrijdag 9 augustus 2019

Stichting Seniorenhuisvesting Zuid-Nederland-Eindhoven


Burgerinitiatieven 


Grondlegger van de antroposofie Rudolf Steiner

Kort na het verschijnen van mijn boek Trias Politica Ethica, kreeg ik onverwachts een telefoontje van Willy van Hagen uit Eindhoven. Hij vertelde over een initiatiefgroep die al enige tijd bezig was met seniorenhuisvesting op antroposofische grondslag te onderzoeken en eventueel te realiseren. Willy was zelf de mede-initiatiefnemer samen met zijn vrouw Riet van Hagen. Verder waren er nog drie andere personen die deel uitmaken van het dagelijks bestuur van de officiële Stichting “Seniorenhuisvesting Zuid-Nederland- Eindhoven”, te weten Bert de Jong, Koos van den Kerkhof en Henk Verboom. Henk Verboom kende ik al van de Eindhovense afdeling van de Antroposofische vereniging en als voorzitter van het bestuur van  gezondheidspraktijk Mercuur in Eindhoven.
Kennelijk uit nieuwsgierigheid heb ik me laten overhalen voor een kennismakingsgesprek bij Willy van Hagen thuis in Eindhoven-Noord. Daarna ben ik een tijdlang betrokken geweest bij het initiatief dat soms wekelijks en soms tweewekelijks bij elkaar kwam. De groep geïnteresseerde senioren uit antroposofische hoek, die belangstelling hiervoor had  was veel groter en bedroeg zo’n 30 tot 50 mensen.

Eind juli 2006 maakte ik deel uit van de initiatiefgroep en had wel enige tijd nodig om op de hoogte te worden gesteld van de plannen en de ontwikkeling van het initiatief.
Van belang voor het initiatief was dat de toekomstige seniorenhuisvesting ook de mogelijkheden bood voor kunstzinnige activiteiten als zingen, toneeluitvoeringen, boetseren, schilderen en musiceren.  Dus ook gemeenschappelijke (ontmoetings-)ruimtes.
Daarnaast zou het niet alleen een woongemeenschap zijn, maar ook alle faciliteiten van zorg en verpleging moeten bieden. In het reguliere circuit wordt een strikt onderscheid gemaakt tussen verpleegtehuis en verzorgingstehuis. Combinaties komen niet voor. Kortom heel ambitieus deze plannen, maar dit alles zou wel gerealiseerd moeten worden met een geringe eigen financiële bijdrage. De toekomstige deelnemers beschikken maar over modale inkomens.

De initiatiefgroep organiseerde regelmatig culturele bijeenkomsten om hun kring van belangstellenden en geïnteresseerden op de hoogte te houden van de voortgang van het initiatief en ook verdieping te brengen door sprekers uit te nodigen om voordrachten te verzorgen. Zo heb ik persoonlijk een bijeenkomst met Lees Mees bijgewoond en later ook met John Hogervorst over gemeenschapsvorming. De bijeenkomst werd ingeleid door een muzikale opmaat en ook een spreuk van Rudolf Steiner en werden gehouden op het Novaliscollege in Eindhoven.  

Als er een mogelijkheid was werden er bezoeken afgelegd naar antroposofische instellingen voor senioren elders in Nederland. Zo herinner ik me ook een bezoek en rondleiding door Huize Valckenbosch in Zeist met 80 plaatsen.   


Tijdens een periode van ruim een jaar hebben we als initiatiefgroep veel partijen gesproken van architecten, projectontwikkelaars, de Triodosbank, Woningbouwverenigingen en Gemeentelijke afdelingen en wethouder Mary Fiers.  Probleem daarbij was vaak dat deze partijen in veel gevallen al geld vragen voor hun planontwikkeling of begroting. Dat lot onderging ook de Christengemeenschapskerk in Veldhoven, die hun financiële buffer helemaal hadden opgebruikt en met alleen een globaal ontwerp en begroting voor een verbouwing.  

Vooral de gemeente Eindhoven stond lange tijd welwillend tegenover het initiatief en beloofde geschikte kavels vrij te geven voor de realisatie . Eerst in Eindhoven en later ook in Meerveldhoven waar een enorm gebied in verschillende fasen ontwikkeld werd. Binnen het plangebied Waterrijk zou ruimte zijn voor een nieuw initiatief met “particulier opdrachtgeverschap” zoals het seniorenproject genoemd werd.  

Helaas was de Triodosbank niet bereid om op te treden als financier en risicodragende partij, terwijl ze wel vernieuwend wilden zijn met hypotheken en woonstichtingen. Ook een grote partij als Stichting en woningbouwvereniging Trudo toonde aanvankelijk wel interesse, maar haakte uiteindelijk toch af.  

Ondanks jaren van aanhoudend proberen en alle mogelijkheden en contacten nalopend is nieuwbouw niet gerealiseerd. Een antroposofische verpleegtehuis kon uiteindelijk niet worden gerealiseerd. De hoge leeftijd ,  de steeds moeilijkere mobiliteit en soms ook optredende alzheimerverschijnselen ging steeds meer parten spelen . Het proces duurde eenvoudigweg veel te lang en er werd geen partij gevonden die het initiatief overnam. Al eerder, ergens medio 2007 ben ik uit het initiatief gestapt toen een zoon van Willy en Riet de vergaderingen ging bijwonen en een steeds belangrijkere rol ging spelen. Het sociale initiatief ging meer trekken krijgen van een familie-initiatief en dat wilde ik niet steunen.    

Vrije middelbare school Novaliscollege aan Sterrenlaan in Eindhoven

Wel kunnen uiteindelijk individuele personen aansluiten bij een al bestaand senioreninitiatief, waar men open stond voor de antroposofische mensvisie. Dat is Glorieuxpark, een 12 hectare groot park, dat een beschutte omgeving biedt en gelegen is aan de Geldropseweg 170 te Eindhoven. Dat park  biedt verschillende woonvormen voor ouderen waaronder kleinschalig wonen voor (dementerende) ouderen met een antroposofische levensstijl. Vanaf 1 november 2014 is het Lukashuis in gebruik genomen dat plaats biedt aan zes bewoners. Henk Verboom die ook jaren deel uitmaakte van de initiatiefgroep van Willy van Hagen is uiteindelijk uit de groep gestapt vanwege meningsverschillen. Hij is nu wel de contactpersoon voor Glorieuxpark.           



Prof.dr.Cees Zwart en de rol van sociale driegeleding en antroposofie in mijn leven.


prof.dr.Cees Zwart (foto Linkedin)


Zonder dat hij zich hiervan misschien bewust is,  speelde Cees Zwart een grote rol in mijn leven. Aan het einde van mijn studie Technische Bedrijfskunde 1983 aan de toenmalige Technische Hogeschool Eindhoven was ik  in aanraking gekomen met de antroposofie door een lezing van een leerkracht Jan Klaassen van de Vrije School Brabant over de antroposofie en het vrije school onderwijs. Dat was tijdens een TU/e Studium Generale lezingencyclus over Geestelijke Stromingen in 1982, waar ik zelf trouwens als sannyasin van Baghwan Shree Rajneesh ook een van de sprekers was. Die lezing over antroposofie heeft ervoor gezorgd dat mijn vrouw korte tijd later bovenbouwleerkracht Engels werd op de Vrije School Brabant.  Samen hebben we de bijscholingscursus antroposofie gevolgd, die ons veel inzichten gaf.
Grondlegger van de antroposofie Rudolf Steiner


Korte tijd later raakte ik betrokken bij een initiatiefgroep die zich inzette voor de oprichting van een vrije basis school in Eindhoven-Zuid. Een jaar later was vrije school De Regenboog een feit en kon een succesvolle start gemaakt worden. Mijn kinderen zijn ook naar deze school gegaan en bleef ik nog enige jaren penningmeester en als bestuurslid verbonden met die school. In diezelfde periode las ik een aantal boeken van Steiner en heel regelmatig ook het tijdschrift Jonas waardoor ik een beter inzicht kreeg in de antroposofie en haar werkgebieden. In dat vakblad kwamen ook prominente vrije schoolleerkrachten over het onderwijs aan bod, maar ook markante personen als  dr. A.Bos , dr. D. Brüll , dr. C. Zwart en prof. Lievegoed  aan bod, die zich breder over economische en maatschappelijke aspecten van de antroposofie uitten. 
Zo kwam ik erachter dat Bernard Lievegoed betrokken was bij het vakgebied organisatiekunde en bedrijfskunde en zelfs algemene wetenschappelijke boeken had geschreven over de levensloop van de mens en de levensfasen van een organisatie. Als oprichter van het Nederlands Pedagogisch Instituut (NPI ) dat later instituut voor organisatie-ontwikkeling heette, was Lievegoed een bekende persoonlijkheid en genoot veel aanzien. Lievegoed was ook rector van de Vrije Hogeschool in Driebergen. Op beide posities werd Cees Zwart door Lievegoed als zijn opvolger aangesteld. Bij het NPI in Driebergen leerde ik Cees Zwart ook persoonlijk kennen. 

Na mijn academische studie en ingenieurstitel wilde ik heel graag werk zoeken waarin de beide onderwerpen van enerzijds de sociale impuls van de antroposofie en anderzijds bedrijfskunde “samen” kwamen. Dus stuurde ik Cees Zwart een open sollicitatiebrief waarin ik me kandideerde voor een taak/functie bij het NPI. Er kwam een reactie en ik werd uitgenodigd op villa De Reehorst in Driebergen waar Zwart een kamer had. Bij deze directe ontmoeting raakte ik meteen onder de indruk van deze sterke persoonlijkheid, zijn zware stem, maar ook zijn charisma. Deze man heeft ècht iets te zeggen. Het gesprek was niet heel lang en de boodschap voor mij teleurstellend. Het NPI kon me niets bieden en ik moest me maar toeleggen op het ontwikkelen van basis financiële vaardigheden als penningmeester en organisatievaardigheden als bestuurslid van een vrije school. Uiteraard had ik toen ook nog niet veel bedrijfservaring om een echte meerwaarde te hebben voor het NPI. 

Via het vakblad Jonas lukte het me uiteindelijk wel om via eenzelfde weg, de open sollicitatie, in contact te komen met een ander klein antroposofische adviesbureau, genaamd “Commentor” waar jurist Nico Franken, vrije middelbare-school leraar uit Haarlem mr. Mouringh Boeke en  voormalig KLM HR-manager Max Rutgers-van Rozenburg de kern vormden. Daar had ik meer geluk en werd met open armen ontvangen maar zonder vast salaris of vastgelegde functie. Als “brede” bedrijfskundig adviseur kreeg ik de opdracht om de eerste screening uit te voeren en de adviesvraag c.q. latere adviesopdracht vast te stellen bij klanten en adviesvragers. De samenwerking heeft in mijn geval nauwelijks twee jaar gewerkt, want enerzijds was de potentiële markt van antroposofische organisaties en instellingen nog niet erg groot. Anderzijds waren de persoonlijkheden  te verschillend om een hecht team te zijn. Voor mij waren de maandelijkse vergaderingen door het land in Utrecht, Driebergen of Arnhem echter onvergetelijk en een belangrijke leerschool. Mijn eerdere ervaringen als kredietadviseur bij Stichting Memomunt in Amsterdam hielpen daar ook erg bij. Vanuit die rol waren we een soort van concurrent van de Triodosbank, die ook werkte voor dezelfde klanten en met persoonlijke borgstellingen voor leningen.

Verrassend genoeg werden Cees Zwart en ik later toch een soort van collega’s, toen ik een functie kreeg vanaf januari 1985 als universitair docent bij de Erasmus Universiteit in Rotterdam, bij de faculteit Bedrijfskunde. Prof. dr. Cees Zwart was verbonden als  hoogleraar sociale pedagogiek aan de economische faculteit. Daarnaast was hij hoogleraar organisatieontwikkeling en menselijke kwaliteit aan de Katholieke universiteit Brabant in Tilburg.  De antroposofie heeft ook een uitgesproken maatschappijvisie die Sociale of Maatschappelijke Driegeleding wordt genoemd. Daar was ik ook al enige jaren van op de hoogte en heeft ook decennialang mijn grote belangstelling gehad. Op een van de prikborden in het universiteitsgebouw zag ik een aankondiging of oproep aan geïnteresseerde studenten voor een cursus “Sociale Driegeleding”, gegeven door Cees Zwart tegen een geringe financiële vergoeding. Dat bracht mij op het idee om ook een soort Capita Selecta  op te zetten over Sociale Driegeleding. Dat heb ik ook een paar jaar gegeven aan een relatief kleine groep Erasmusstudenten. 
Na zo’n zeven jaar ben ik uiteindelijk vertrokken uit Rotterdam en ben terecht gekomen bij de opleiding Technische Bedrijfskunde van de Hogeschool Eindhoven vanaf 1992. Bij het vak organisatiesociologie die ik als docent aan vierde jaars studenten moest geven koos ik gedurende zo’n tien jaar een dun maar zeer betekenisvol boekje van Cees Zwart: ”Op weg naar een nieuwe cultuur van de arbeid” uitgegeven door Lemniscaat in 1992.  
Hoe vaker ik het boekje las en de opbouw en onderliggende boodschap steeds beter begreep, hoe belangrijker zijn visie op het fenomeen werk, arbeid en geluk voor mij als bedrijfs- en organisatiekundige werd. Zijn taalgebruik was verfijnd en bijna poëzie. Het werd mijn persoonlijke bijbel, waarmee ik honderden Technische Bedrijfskunde studenten diep probeerde te raken en te beïnvloeden. Zonder een wat meer fundamentele, filosofische en ethische kijk op de samenleving en de betekenis van de arbeid blijft bedrijfskunde oppervlakkig naar mijn mening. 
    
Eerste boek over Sociale Driegeleding als maatschappijvisie van de antroposofie 

Later op een belangrijk moment in mijn leven kwam ik Cees Zwart tegen op het Geert Groote college, de middelbare vrije school in Amsterdam, ter gelegenheid van een congres ergens in 2004 of 2005 over Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, waar Cees Zwart hoofdspreker was alsook John Hogervorst, uitgever en publicist van Nearchus en tijdschrift Driegonaal. Die dag in de grote toneelzaal zal ik niet meer vergeten omdat ik in mijn tas een volledig boekmanuscript had met als titel “Trias Politica Ethica”, dat ik in de pauze of na afloop overhandigd heb aan John met de vraag of hij het wilde uitgeven. Dat gebeurde ook en in 2006 lag het gedrukt en wel klaar. Het boek is de weerslag van twintig jaar innerlijk actief zijn met het onderwerp sociale driegeleding of de maatschappijvisie en sociale impuls van de antroposofie.  Na die tijd voelde ik me sterk genoeg om deze ideeën te toetsen aan de realiteit. Toen ik later het keuzevak ethiek ging geven aan bedrijfskundestudenten van Fontys Hogescholen kon ik mijn boekje Trias Politica Ethica bespreken en behandelen met studenten. Cees Zwart en ik zijn beide pleitbezorgers van de sociale driegeleding en dus duidelijke geestverwanten.

De laatste keer dat ik Cees Zwart persoonlijk nog gezien heb was tijdens een lezing die hij gaf op uitnodiging van de Eindhovense afdeling van de Antroposofische Vereniging met als titel “Nieuwe Gemeenschapsvorming” medio december 2009. Dat was in een lokaal van het Novaliscollege, de vrije school , waar mijn drie kinderen hun middelbare schooltijd hebben doorgebracht en mijn vrouw remedial teacher is geweest. Daarin blikt hij vooruit op het jaar 2010 en heeft goede hoop dat het nieuwe jaar veel positieve kansen biedt om doorbraken te bereiken bij wereldwijde problemen zoals klimaat- en milieucrisis, economische en financiële crisis . Steeds 21-jaar , een belangrijke cyclus, terugkijkend kom je uit in 1989 met de val van de Berlijnse muur (en korte tijd later de ineenstorting van de Sovjet Unie ) en daarna in 1968 met wereldwijde studentenprotesten Parijs, Amsterdam en de VS een periode van “verbeelding aan de macht” .   Zie ook        https://religieuze-ervaringen.blogspot.com/2009/12/2010-een-hoopvol-jaar.html    

Bernard Lievegoed, maar heel speciaal Cees Zwart en later ook Kim Lapré, Mouringh Boeke en Dieter Brüll zijn voor mij belangrijke inspiratoren geweest om het vakgebied Bedrijfskunde te verrijken met inzichten uit de antroposofie en met name de sociale impuls en de sociale driegeleding.Juist de eerste twee personen waren erin geslaagd de antroposofie in de academische wereld en het universitaire onderwijs te brengen. Dat is ook altijd mijn intentie geweest .                               
Tweede boek over de sociale impuls van de antroposofie

Bij toeval ontdekte ik een video op internet met daarin een lezing/toespraak van Cees Zwart over notabene zijn levensthema Sociale Driegeleding. De lezing op de website van "Apokalyps Nu"  is gedateerd 12 augustus 2017 en Zwart bespreekt daarin ook zijn visie op dit onderwerp.  Het is een bijna een uur durende toespraak, die een goed beeld geeft van de pogingen en omstandigheden in de periode 1919-1922  van Rudolf Steiner om dit onderwerp in de actualiteit en realiteit te brengen. Het is verbazingwekkend hoe deze eminence grise van bijna 85 jaar zo samenhangend, chronologisch (met plaatsen en tijden erbij) deze geschiedenis kan weergeven, zonder ruggesteun van een notitie of presentatie. Hij beschikt nog steeds over een groot en helder geheugen. 
https://apokalypsnu.nl/2017/08/12/prof-dr-cees-zwart-over-sociale-driegeleding-in-het-huidige-tijdsgewricht-van-existentiele-transitie/

Als voorbereiding heeft hij een essay geschreven dat ook integraal op internet is te vinden onder de titel Sociale Driegeleding:  Baken in transitie   
 https://www.antroposofischevereniging.nl/wp-content/uploads/sociale-driegeleding.-baken-in-transitie-cz.pdf
Dat is een prachtig overzichtswerk met vermelding van alle gebruikte bronnen waarin Zwart de essentie van de Sociale Driegeleding bespreekt en het belang voor een gezonde samenleving zeker kort na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Het had voor Europa een grote toekomstimpuls kunnen zijn, maar er waren volgens Steiner te weinig "wakkere" mensen om het idee of concept te steunen.
In 1922 heeft Steiner zelf aangegeven dat het mislukt is en heeft toen al zijn tijd en energie gestoken in het opzetten van een nieuwe onderwijsvorm, de Waldorf pedagogiek of in Nederland het Vrije School onderwijs. Volgens Zwart moeten er eerst voldoende zelfstandig denkende en zich  verantwoordelijk voelende  mensen zijn om de maatschappij om te vormen. Nu na bijna 100 jaar vrijeschool ervaring wereldwijd zouden we misschien wel in staat zijn om langzaam een associatieve economie op te bouwen, die effectief én efficiënt én duurzaam is en geen schade toebrengt aan de aarde, natuur en milieu en die alle mensen wereldwijd voorziet in hun behoeften aan economische goederen.      


In memoriam:

Cees Zwart overleden 

Prof. Dr. Cees Zwart is op 16 juli 2024 op 89-jarige leeftijd in zijn woonplaats Villefranche-de-Lauragais (Zuid-Frankrijk) overleden.

Cees Zwart studeerde sociale economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en promoveerde in 1972 tot doctor in de economische wetenschappen. Hij was leerling van Bernard Lievegoed en later zijn opvolger als hoogleraar sociale pedagogiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en emeritus-hoogleraar organisatieontwikkeling en menselijke kwaliteit aan de katholieke Universiteit Brabant/Tias. Van 1982 tot 1996 was hij rector aan de Vrije Hogeschool.

Hij was auteur van meerdere boeken over zijn vakgebied. Het boek Over hoop is het levenswerk van Cees Zwart, verteld aan en door Anne Pastors.