zondag 24 mei 2020

9/11 een Inside Job ?

Onderstaande tekst is ook als opinie-artikel ingestuurd naar het ED maar niet geplaatst.

De Twin Towers aanslagen nader onderzocht.

De dag waarop twee vliegtuigen zich een weg boorden in de grote kantoortorens van het World Trade Center (Twin Towers)  in New York is nog steeds memorabel en wordt 9/11 genoemd,  oftewel  11 september 2001, nu bijna twee decennia geleden.
De aanslagen staan nog steeds op ieders netvlies , omdat ze zo extreem , zo bizar en onmenselijk  waren. Een aanslag op Amerikaans grondgebied! Deze terroristische daad moet diepgaand worden onderzocht om de daders en opdrachtgevers daarvoor te straffen.
Pas vrij recent  werd bekend dat het vermoedelijke  “brein” achter deze aanslagen Khalid Sheikh Mohammed , samen met vier medeverdachten, vaak  moslimextremisten genoemd , zich in 2021 in een proces voor een militaire rechter  zullen moeten verantwoorden.  Dat bericht de New York Times eind augustus  2019. Dat is 20 jaar na het vreselijke gebeuren. Is het normaal dat een verdachte zo lang in voorarrest blijft? Waarom een militaire rechter?  
De vijf mannen worden vervolgd voor hun aandeel in de aanslagen op 11 september 2001. Moslimextremisten, zo worden ze genoemd,  kaapten toen vier passagiersvliegtuigen en gebruikten die als wapens tegen doelen in de VS. Ze ramden onder meer het World Trade Center in New York en het Pentagon. Er vielen bijna 3000 doden.
Sheikh Mohammed en zijn medeverdachten zijn in 2002 en 2003 gevangen genomen in Pakistan. Ze zaten eerst vast in geheime gevangenissen van de CIA. Die detentiecentra waren berucht vanwege de martelpraktijken die er plaatsvonden, zoals "waterboarding". De mannen zijn in 2006 overgebracht naar de Amerikaanse basis Guantanamo Bay op Cuba. Daar moet het proces op 11 januari 2021 beginnen. Sheikh Mohammed wordt ervan verdacht de architect te zijn van het terreurcomplot. De andere vier mannen zouden de vliegtuigkapers hebben ondersteund. De kapers die aan boord waren van de vliegtuigen hebben de aanslag ook niet overleefd. De bekendste was een in Duitsland studerende Mohammed Atta.



Iemand die er Nederland veel onderzoek naar heeft gedaan en er ook over heeft gepubliceerd is de voormalige TU/Delft docent Coen Vermeeren. In het boek 9/11 Complex heeft hij de vele feiten, zienswijzen en meningen goed geïnventariseerd en die leidden tot de conclusie dat het officiële door een onderzoekscommissie uitgebrachte rapport over de gebeurtenissen vele onwaarheden bevatten.

Theatermaker George van Houts heeft ook in een voorstelling KOM PLOT ook de vele mysterieuze gebeurtenissen achter 9/11 uitgediept.


Iemand die ook al vanaf 2004 of 2005 zich intensief heeft bezig gehouden met 9/11 en daar ook over heeft gepubliceerd in het blad “Apokalyps Nu is Fredie de Mooy.
Zelf heb ik een studiedag onder zijn leiding over 9/11 gevolgd en daarin werden de vele bijzonderheden uit de doeken gedaan. Vanaf die dag was ik ervan overtuigd dat 9/11 een politieke aanslag was met grote gevolgen voor de wereldgeschiedenis.  



Wat begon als een spontane actie van burgers en betrokkenen die een website opzetten met de titel Unanswered Questions, waar iedereen bijzonderheden en vragen kon stellen groeide uit tot een gedegen onderzoeksgroep van deskundigen zoals ingenieurs, brandweerlieden, architecten enz. 
Er is inmiddels een groep van 3500 architecten en ingenieurs gevormd, die openlijk hebben verklaard dat ze geen geloof hechten aan het officiële 9/11-rapport van de regeringscommissie. Er is een officiële vereniging van deze groep opgericht met de naam AE911-Truth. Verder is er ook het "Lawyers Committee for 9/11 Inquiry", van juristen die hun informatie bundelen.



Na jaren van speurwerk ontstond er een lijvig rapport dat medio 2019 officieel is aangeboden aan het Openbaar Ministerie in New York met een verzoek  tot heropening van het onderzoek naar de ware toedracht van de aanslagen. 
Een unaniem besluit van zes brandweercommandanten uit de regio stond aan de basis hiervan en zij stellen dat er overweldigend bewijs is dat er vooraf explosieven zijn aangebracht in de drie WTC torens. Die hebben tot de gecontroleerde instorting geleid en niet de vliegtuigen of door brand. Bij WTC 7 was helemaal geen vliegtuig naar binnen gegaan.
Het Congres heeft een resolutie aangenomen waarin het verplicht is gesteld dat de FBI het bewijsmateriaal moet tonen. Daarnaast heeft het congres een wet aangenomen zodat de VS-procureur(aanklager) deze informatie moet voorleggen aan een Grand Jury. De rechter zal dit rapport niet kunnen negeren en het is een kwestie van tijd voordat we veel meer te weten komen over wat er écht gebeurde op 11 september 2001.
Een aangrijpende video kunnen we hier zien over 9/11.

  Iedereen die echter durft te twijfelen aan de gepresenteerde  resultaten van de Amerikaanse commissie wordt uitgemaakt voor complotdenker en daarmee direct gediskwalificeerd als gesprekspartner. Een gezonde dosis kritische achterdocht is echter in onze tijd meer dan geboden in deze tijden van "fakenews". 
Het getuigt juist meer van gezond verstand om zelf informatie te verzamelen en objectief naar alle feiten en gegevens te kijken en zo een eigen oordeel te vellen, dan klakkeloos en kritiekloos de officiële versie maar te blijven herhalen. Het is voor burgers natuurlijk in eerste instantie moeilijk voorstelbaar dat een overheid  niet altijd de belangen van burgers voorop zet en meestal een eigen politieke, geheime agenda hanteert.

Het meest uitgesproken geval daarvan is "operatie Ajax" , waarbij bepaalde geheime (CIA) groepen ingegrepen hebben in Iran in 1953 en voor onlusten hebben gezorgd, die uiteindelijk de gekozen kersverse en socialistische president van dat land in de gevangenis liet belanden. De president was van plan het oliebedrijf te nationaliseren en dat was niet in het belang van de VS en Groot Brittannië. Deze schanddaad werd ruim vijftig jaar later officieel toegegeven door de vorige VS-president Obama en hij bood daarbij zijn verontschuldigingen aan.
Lees ook het NRC artikel uit 2009 hierover 
https://www.nrc.nl/nieuws/2009/07/01/operatie-ajax-11748717-a493055

We weten ook dat de VS gelogen heeft over strategische massavernietings-wapens die in Irak onder Saddam Houssein aanwezig zouden zijn op basis waarvan de VS een oorlog zijn begonnen. Dat is niet simpel een vergissing of foutje , maar was een vooropgezet leugenachtig plan en een vals voorwendsel.  Het leidde wel tot de Irak-oorlog en het vermoorden van Saddam Houssein en daarna de jarenlange onrust in het land en de regio. 

Wat mij werkelijk met stomheid heeft geslagen was het feit dat ik toevallig in een boek zat te lezen waarin stond dat het Amerikaanse leger al ruim voor de aanslagen op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbour de Japanse geheime legercode had gekraakt  en dus op de hoogte was van de plannen en acties van het Japanse leger. Toch hebben zij (bewust?) niet ingegrepen  en hebben duizenden eigen militairen “geofferd” om daarna Japan de oorlog te (kunnen) verklaren.
Kort daarvoor was er nog een peiling gehouden onder de bevolking en die wilde na de gruwelijkheden van de eerste wereldoorlog in grote meerderheid niet opnieuw in een oorlog terecht komen, ergens ver weg in Europa en Azië. Na de aanslagen was de stemming meteen om.

Naomi Klein noemt dit voorbeelden van de door haar gepresenteerde visie van de Shock doctrine.

De aanleiding voor de Amerikaanse oorlog in Noord Vietnam was een bootincident in de golf van Tonkin bij Noord-Vietnam  in augustus 1964  . Daar zou een Amerikaanse torpedobootjager zijn aangevallen door het Noord- Vietnamese leger met een torpedoboot.  Volgens de VS een daad van agressie, die bestraft moest worden en waarna het Congres aan president Johnson de toestemming daarvoor gaf. Later bleek dat deze gebeurtenissen nooit hadden plaatsgehad en een “false flag operatie” wordt genoemd.

  Al deze voorbeelden maken hopelijk duidelijk dat de geschiedenis ons leert dat westerse overheden álle middelen inzetten om hun  geo-politieke machts- en economische belangen te verdedigen, ook als daarvoor burgerlevens geofferd moeten worden. We mogen dus terecht kritisch zijn!    

Een aanrader is zeker ook het gedegen onderzoek, samengevat in het boek:

                                                  Elias Davidson
zie ook zijn in memoriam:  https://www.wanttoknow.nl/nieuws/elias-davidsson-911-truther-overleden/

Update eind augustus 2021

Op internet circuleert een bericht van het Amerikaanse ministerie van Defensie  dat het proces van de VS tegen Khalid Shaikh Mohammad (en anderen) begint tussen 6 en 17 september 2021 op Guantanamo Bay. 
Dan zullen de "pre-trial proceedings" plaatsvinden en de pers is speciaal uitgenodigd om verslag te doen. 




Update 11 September 2022.

Een en twintig jaar na die verschrikkelijke dag vond ik een plaatje op het Telegram kanaal van Janet Ossebaard en Cyntha Koeter dat ik hier heb toegevoegd. Het komt erop neer dat Donald Rumsfeld , de minister van Defensie van de VS toendertijd van de senaat of het congres publiekelijk gevraagd was op 10 september, om een verklaring van het enorme bedrag( van 2,3 trillion = duizend miljard dollar) dat kwijtgeraakt was in de boeken op zijn ministerie. 
Het is vermoedelijk gebruikt voor black operations (geheime projecten) zoals het secret space program  en de ontwikkeling van supersnelle en anti-zwaartekracht voertuigen.  
De dag erna waren de aanslagen op de Twin towers, maar ook stortte gebouw 7 in (onverklaarbaar) en was er een aanslag op een deel van het pentagongebouw
Juist op deze plekken werd de administratie bewaard en dus zullen we de waarheid nooit meer te weten komen.!! 



donderdag 2 januari 2020

Maatschappijvisie prof. C.Zwart



 
Boekomslag
Een boekbespreking 

Cees Zwart schreef dit boek in 1977 maar het is nog steeds zeer betekenisvol en relevant.
De auteur is nu emeritus hoogleraar Sociale pedagogiek in Rotterdam en was ook buitengewoon hoogleraar Organisatieontwikkeling en menselijke kwaliteit aan de Katholieke Universiteit Brabant (Tilburg). Het vakgebied sociale pedagogiek is voor de meeste mensen vrij onbekend of wordt verward met sociologie. Bij pedagogiek gaat het om de kennis over de opvoeding van de mens of het kind. Bij sociale pedagogiek gaat het om de kennis over de opvoeding van de mens in sociale, maatschappelijke “verbanden” of gemeenschappen. Hoe verhoudt de mens zich tot sociale gemeenschappen en wat is zijn rol in gemeenschapsvorming ?  Dit klinkt allemaal nogal abstract , maar wie het boek leest, begrijpt direct waar het om gaat. Zwart weet als geen ander de actuele, maatschappelijke ontwikkelingen te duiden, te analyseren en daaruit ook duidelijke conclusies te trekken.

Er zijn maar heel weinig mensen die zowel kennis hebben van de psychologie of mensenleer  en dat kunnen doortrekken naar maatschappijleer. Zoals het een professor betaamt heeft Zwart het geschikte begrippenkader en instrumentarium om historische en actuele ontwikkelingen te “fileren” en er ook nog een zinvol toekomstperspectief aan vast te knopen. 
foto: prof. dr. Cees Zwart (geboren 1934 in Rotterdam)


Centraal in het boek staat een tienjarige periode van 1966-1976 die hij “sociale beweging en tegenbeweging” heeft genoemd. Enerzijds was er een studenten- en later een  maatschappelijke protestbeweging van Provo’s en Kabouters in Amsterdam, die zich afzetten tegen de burgerlijke samenleving en door Zwart gezien wordt als emancipatiebeweging. Met de mooie leus “Verbeelding aan de Macht” werden leegstaande panden gekraakt en geclaimd als studentenhuisvesting. Studenten eisten zeggenschap in het onderwijs. Verder werd een vrijere moraal en cultuur gepropageerd. Lange haren, kleurrijke kleding, moderne luidruchtige popmuziek in kroegen en op festivals  en het  gebruik van  softdrugs waren opvallende kenmerken.

 Het was een wereldwijde protestbeweging die tegen oorlogen (Vietnam) en kernbewapening was. “Love and Peace”, was het motto van Beatle John Lennon en zijn vrouw Yoko Ono, die in Amsterdam een opzienbarend statement maakten.  Het was ook een afzetting tegen massa-consumptie en een pleidooi voor een kleinschalige , gezonde landbouw en lokale economie.   

Anderzijds kwam er de reactie vanuit de samenleving en overheid. Schoorvoetend kwamen er nieuwe regels om leegstand tegen te gaan en krakers deels te beschermen. Studenten kregen meer inspraak in een nieuwe Wet op de Medezeggenschap in het hoger onderwijs. Bij vrouwen groeide het feminisme met “Baas in eigen buik” en het recht op abortus en vergoeding van anticonceptiemiddelen. De saaie en sobere opbouwjaren van na de Tweede Wereldoorlog kwamen abrupt tot een eind. Economisch en materieel gezien had de gemiddelde Nederlander het best goed, maar de jeugd wilde uit de beknellende band springen. De Kerk had toen ook nog grote invloed op de samenleving . Hetzelfde geldt voor de overheid die richtinggevend is in het onderwijs en de gezondheidszorg. Bij emancipatie moet je denken aan individuele en maatschappelijke vrijwording uit de knellende banden van staat en kerk. Dat was het onderliggende motief uit die jaren zestig.  

Zwart’s conclusie is daarom dat de sociale beweging zeker paste bij de tijdgeest en een roep om vrijwording inhield, tegelijkertijd is die beweging niet succesvol geweest. Mede door jeugdige onvolwassenheid en onbezonnenheid en het gebrek aan “doordachte” en constructieve  pogingen om maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen.

Een vrijwel even hard oordeel velt Zwart vervolgens over de overheid die met modieuze idealen een welvaartstaat , een verzorgingsstaat en een informatiestaat wilde realiseren. Zwart maakt duidelijk dat de overheid geen welvaart voor iedereen kan garanderen en daarbij te zeer afhankelijk is van de economie, mondiale ontwikkelingen en de internationale politiek. Natuurlijk kan de overheid wel enige voorwaarden scheppen, de rest is hoogmoed of overmoedigheid. Hetzelfde geldt voor de verzorgingsstaat. Je wilt als burger en bevolking juist niet afhankelijk zijn van de overheid als het om zorg, sociaal leven en oude dag-voorzieningen gaat. Die vorm van betutteling is uit den boze. Mensen willen dat liever samen ontwikkelen en realiseren.  In het begin van de 21e eeuw zagen we ook dat de overheid steeds verder terugtreedt en kennelijk dus ook gefaald heeft. De informatiestaat is misschien het moeilijkste te doorgronden. De opkomst van de computer en later  het internet en andere digitale middelen leveren enorme massa’s “data” op die de overheid verzamelt en analyseert in de hoop er overheidsbeleid op te kunnen baseren. Het Centraal Bureau voor de statistiek en het Centraal Plan Bureau zijn organisaties die al die gegevens verwerken. De toekomst is echter geen lineaire voortzetting van het verleden, merkt Zwart droogjes op en dus zijn wiskundige en de statistische hulpmiddelen maar zeer beperkt bruikbaar voor maatschappelijke voorspellingen en ontwikkelingen. 

De conclusie van Zwart is duidelijk. De oude idealen van welvaartsstaat, verzorgingsstaat en informatiestaat zijn verworden tot moderne spookbeelden. Wat zijn dan de onderliggende maatschappelijke idealen die mogelijk wel perspectief bieden? Zwart pleit voor een associatieve economie in plaats van een vrijemarkt economie. Geen verdere individualisering meer die leidt tot eenzaamheid en sociale armoede, maar het zoeken naar nieuwe vormen van broederlijkheid en gemeenschapsvorming.  

Voor een leek zal met name de associatieve economie een beetje uit de lucht komen vallen omdat het boek relatief weinig aandacht besteedt aan de vrijemarkt economie. Natuurlijk beschrijft Zwart wel de aantasting van natuur en milieu, maar gaat niet diepgaand in op prijsontwikkeling, eigendomsverhoudingen, inkomens- en vermogensongelijkheid en economische excessen.  Zwart helpt deze mensen ook niet door een uitgebreide bronnenlijst achter in het boek. Sterker nog, er staat helemaal geen literatuur in genoemd !  

Insiders weten echter dat Zwart zich al in de jaren zestig heeft laten inspireren door de antroposofie van grondlegger Rudolf Steiner. Met name de menskundige aspecten en de  maatschappelijk- culturele  visie van Steiner weergegeven in de Sociale of Maatschappelijke Driegeleding hebben altijd Zwart’s volledige  interesse gehad.
Nog in 2016 heeft Zwart een essay gepubliceerd waarin hij de Sociale Driegeleding nog eens prominent onder de aandacht brengt. Zie afbeelding en nu wel met uitgebreide bronvermeldingen.



Volgens die visie (geen blauwdruk) zou het sociale, maatschappelijke leven bestaan uit drie verschillende geledingen. Dit zijn het economisch leven, het rechtsleven en het geestesleven. In die geledingen zouden de idealen van solidariteit (broederlijkheid), gelijkheid en vrijheid leidend moeten zijn en zelfstandig bestuurd moeten worden. Nu zijn deze gebieden te zeer met elkaar verweven en elkaars vijanden geworden. Daarbij kan de staat allesbepalend zijn zoals in China of de economie met de vrije markt zoals in het Westen te overheersend zijn. Dan is het geestesleven zoals terreinen van onderwijs, cultuur, kunst en wetenschap het slachtoffer en verpaupert. Zwart is een idealist en realist en beschouwt de drie idealen van de Franse Revolutie nog steeds als richtinggevend.

Er zijn al stappen gezet, zoals:
-De formele scheiding tussen Staat en Kerk
-De vrijmaking van onderwijs en wetenschap van kerkelijke  en overheids-invloeden
-De scheiding van Overheid en Economie
-De vrijmaking /bescherming van het individu tegenover de Staat of overheid (via grondwet en mensenrechten) en
-De scheiding tussen wetgevende, uitvoerende en controlerende machten (Trias Politica).

Zie ook mijn eerste boek  Trias Politica Ethica.



Dat zijn allemaal noodzakelijke en belangrijke stappen, maar er moeten er nog vele komen om het ideaal van een driegelede samenleving te realiseren. Je kunt denken aan:
-        *  Van vrijemarkt economie naar associatieve, duurzame  economie
-        * Vrijmaking van grond en kapitaalgoederen uit privé bezit
-        *  Juiste, gezonde prijsvorming rekening houdend met (alle) belangen van consument, producent en handelaar.  
-        *  Omvormen van partijen-democratie naar directe democratie en burgerparticipatie in rechtsgebied.
-        *  Volledige vrijmaking van onderwijs, gezondheidszorg en wetenschap uit handen van overheid en economie.                                                
Zelf heb ik er in mijn tweede boek Solidaire Economie ook veel aandacht aan besteedt.





zaterdag 31 augustus 2019

De Arnaud Joannes Stichting





De Arnaud Joannes Stichting (AJS) werd opgericht in 1977. De noodzaak tot het oprichten van de Stichting vloeide voort uit de wil om een vermogen, dat ontstond na de verkoop van groot familiebedrijf, niet als privé-eigendom te beschouwen maar om dit vermogen in te zetten ten behoeve van een groter sociaal geheel. Zie ook https://www.ajstichting.nl/info-en-contact-6.html
De doelstelling van de Stichting is het om de beschikbare middelen in te zetten voor alle mogelijke activiteiten en groepen dan wel mensen, die zich inzetten voor de brede sociale impuls van de antroposofie in de geest van de bedenker Rudolf Steiner.

De sociale impuls van de antroposofie 
In zijn gelijknamige werk beschreef Dieter Brüll (die als adviseur betrokken was bij de oprichting van de Stichting en later ook enige tijd  bestuurslid van de Arnaud Joannes Stichting was) de sociale impuls van de antroposofie in vier elementen:
1.De sociologische basiswet
De door Rudolf Steiner geformuleerde sociologische basiswet beschrijft hoe de mens zich door de tijden heen zó ontwikkelt, dat hij steeds meer in individuele vrijheid en verantwoordelijkheid handelt. Dit is een proces van emancipatie voor het individu, maar waarbij hij zich ook kan afzonderen van de gemeenschap en slechts zijn eigen belangen najaagt.
De sociologische basiswet luidt:
Aan het begin van haar culturele status streeft de mensheid naar het ontstaan van sociale instellingen; het belang van de enkeling wordt voorshands aan het belang van de instellingen opgeofferd; de verdere ontwikkeling leidt er evenwel toe, dat de enkeling zich uit de belangen van de instellingen bevrijdt en tot een vrije ontplooiing van zijn behoeften en van zijn capaciteiten komt.”
2.De sociale hoofdwet
In de sociale hoofdwet beschreef Rudolf Steiner een toekomstgerichte ontwikkeling waarin hij een verband waarneemt tussen altruïsme en welzijn: hoe meer mensen niet voor zichzelf maar voor elkaar zorgen - en de wederzijdse afhankelijkheid daarin respecteren - hoe groter het welzijn van de betrokkenen.
De sociale hoofdwet luidt:
Het welzijn van een geheel van samenwerkende mensen is des te groter, naarmate de enkeling minder aanspraak maakt op het resultaat van zijn prestaties, dat wil zeggen naarmate hij meer daarvan aan zijn medewerkers afstaat en naarmate meer van zijn behoeften niet uit eigen prestaties, doch door de prestaties van anderen worden bevredigd.”
3.Het sociale oerfenomeen
De essentie van wat zich in het sociale leven afspeelt, is dat wat er van mens tot mens leven kan. Het sociale oerfenomeen speelt zich af in de ontmoeting van mens tot mens en is in ideale zin datgene wat mensen boven zichzelf uit doet stijgen, of anders gezegd: wat mensen stimuleert om alsmaar meer te handelen vanuit het perspectief van de mensheid als geheel.
4.De sociale driegeleding
De sociale driegeleding, beschreven door Rudolf Steiner, vormt voor onze tijd het oerbeeld van een menswaardige samenleving. In zo’n samenleving kan de mens:
·         Zich in vrijheid ontwikkelen en ontplooien.
·         In gelijkheid meebesluiten over de inrichting van de samenleving.
·         In broederschap samenwerken om in elkaars behoeften te voorzien.
Daarmee hebben vrijheid, gelijkheid en broederschap elk hun eigen gebied binnen de samenleving:
·         Vrijheid in het gebied van onderwijs, religie, wetenschap en kunst.
·         Gelijkheid in het gebied van recht en politiek.
·         Broederschap in het gebied van de economie.
Door deze gebieden van elkaar te onderscheiden kunnen ze zich naar hun eigen aard ontwikkelen.
Bron: Dieter Brüll, De sociale impuls van de antroposofie, Zeist 1985.



Na het verschijnen van mijn eerste boek “Trias Politica Ethica” in 2006, dat de sociale driegeleding op een moderne manier probeert bekendheid te geven bracht de Uitgever John Hogervorst mij in contact met de toenmalige bestuursleden waaronder Paul Boon en de oprichtster Marlene uit Bergen. Een aantal bestuursleden wilden stoppen en er moest een aanvulling gezocht worden. Zo ontstond in 2007 een nieuw bestuur bestaande uit Paul Boon, John Hogervorst, Ben Gevonden en mijn persoon met instemming van Marlene. Die samenstelling is gebleven tot het najaar van 2019.

Op de voorgrond AJS-bestuur met vlnr: R.Thelosen, J.Hogervorst, P.Boon en B.Gevonden 


Later heeft de Stichting ook de ANBI status gekregen en is ook opgenomen in het jaarlijke Fondsenboek van Goede Doelen Stichtingen. Gemiddeld drie à vier keer per jaar werden bestuursvergaderingen gehouden in een centraal gelegen plek zoals het NS-station in  Utrecht of op de Kraaijbeekerhof in Driebergen. Dan werden nieuwe aanvragen besproken of eigen geïnitieerde projecten voorbereid.

Driegeledingskrant

Toen er een grote overzichtstentoonstelling over het werk van Rudolf Steiner in Nederland zou komen in de Kunsthal in Rotterdam in 2014 heeft het bestuur van de AJS bijgedragen om rondom die gebeurtenis een Driegeledingskrant uit te geven. In een oplage van 20.000 stuks zijn die verspreid over Nederland, voornamelijk via Vrije Scholen en Antroposofische instellingen. Steiner heeft landelijke bekendheid als oprichter van de in Duitsland genoemde Waldorfscholen, die in Nederland bekend staan als vrijeschool. 
In najaar 2019 wordt het honderdjarig bestaan gevierd  van de vrijeschoolbeweging die inmiddels internationaal succesvol is geweest met op alle continenten scholen. https://vrijescholen.blogspot.com/2018/01/waarom-eisen-wij-niet-het-beste.html    en
https://vrijescholen.blogspot.com/2013/11/novaliscollege-beste-vrijeschool-van.html
Minder bekend is het feit dat Steiner ook een maatschappijvisie heeft beschreven, die een soort tussenweg is tussen enerzijds het liberale kapitalisme en anderzijds het staatsgeleide communisme. Een soort van socialisme  3.0 

In ruim 12 jaar, dat ik zitting had in het bestuur, zijn er veel aanvragen geweest om financiële ondersteuning te verlenen bij het uitgeven van boeken, bij projecten om de sociale driegeleding meer bekendheid te geven, als ondersteuning bij cursussen en het geven van lezingen.  Meerdere beginnende (staats-) vrije scholen hebben ook een beroep op de AJS gedaan en die werden dan gesteund tijdens de opstartfase en/of voor initiële /eenmalige kosten. We wilden dergelijke initiatieven niet structureel ondersteunen en dus van ons afhankelijk maken.   Door de heterogene samenstelling van het bestuur met leden uit vier verschillende hoeken van Nederland (met als woonplaatsen: Assen, Utrecht, Breda en Waalre) en ervaringen, waren de besprekingen altijd zeer inhoudelijk door de inbreng van verschillende kennisachtergronden.  


Boekomslag :Economie van R.Steiner

Met steun van de AJS is ook de Steiner cursus en verzameling lezingen en vragen-beantwoording over de economie opnieuw uitgegeven en door John tijdens verschillende lezingen gepresenteerd in 2015 en 2016. Zie ook        https://solidaire-economie.blogspot.com/2016/03/economie-de-wereld-als-een-economie.html   en    https://solidaire-economie.blogspot.com/2016/04/een-andere-economie-is-mogelijk.html


Midden: Spreker John Hogervorst en rechts Henk Verboom op 19/04/2016 Novaliscollege
De AJS heeft ook een financiële bijdrage geleverd bij het uitgeven van mijn tweede boek Solidaire Economie, dat verschenen is bij Nearchus uitgeverij in Assen.in 2017.



vrijdag 9 augustus 2019

Stichting Seniorenhuisvesting Zuid-Nederland-Eindhoven


Burgerinitiatieven 


Grondlegger van de antroposofie Rudolf Steiner

Kort na het verschijnen van mijn boek Trias Politica Ethica, kreeg ik onverwachts een telefoontje van Willy van Hagen uit Eindhoven. Hij vertelde over een initiatiefgroep die al enige tijd bezig was met seniorenhuisvesting op antroposofische grondslag te onderzoeken en eventueel te realiseren. Willy was zelf de mede-initiatiefnemer samen met zijn vrouw Riet van Hagen. Verder waren er nog drie andere personen die deel uitmaken van het dagelijks bestuur van de officiële Stichting “Seniorenhuisvesting Zuid-Nederland- Eindhoven”, te weten Bert de Jong, Koos van den Kerkhof en Henk Verboom. Henk Verboom kende ik al van de Eindhovense afdeling van de Antroposofische vereniging en als voorzitter van het bestuur van  gezondheidspraktijk Mercuur in Eindhoven.
Kennelijk uit nieuwsgierigheid heb ik me laten overhalen voor een kennismakingsgesprek bij Willy van Hagen thuis in Eindhoven-Noord. Daarna ben ik een tijdlang betrokken geweest bij het initiatief dat soms wekelijks en soms tweewekelijks bij elkaar kwam. De groep geïnteresseerde senioren uit antroposofische hoek, die belangstelling hiervoor had  was veel groter en bedroeg zo’n 30 tot 50 mensen.

Eind juli 2006 maakte ik deel uit van de initiatiefgroep en had wel enige tijd nodig om op de hoogte te worden gesteld van de plannen en de ontwikkeling van het initiatief.
Van belang voor het initiatief was dat de toekomstige seniorenhuisvesting ook de mogelijkheden bood voor kunstzinnige activiteiten als zingen, toneeluitvoeringen, boetseren, schilderen en musiceren.  Dus ook gemeenschappelijke (ontmoetings-)ruimtes.
Daarnaast zou het niet alleen een woongemeenschap zijn, maar ook alle faciliteiten van zorg en verpleging moeten bieden. In het reguliere circuit wordt een strikt onderscheid gemaakt tussen verpleegtehuis en verzorgingstehuis. Combinaties komen niet voor. Kortom heel ambitieus deze plannen, maar dit alles zou wel gerealiseerd moeten worden met een geringe eigen financiële bijdrage. De toekomstige deelnemers beschikken maar over modale inkomens.

De initiatiefgroep organiseerde regelmatig culturele bijeenkomsten om hun kring van belangstellenden en geïnteresseerden op de hoogte te houden van de voortgang van het initiatief en ook verdieping te brengen door sprekers uit te nodigen om voordrachten te verzorgen. Zo heb ik persoonlijk een bijeenkomst met Lees Mees bijgewoond en later ook met John Hogervorst over gemeenschapsvorming. De bijeenkomst werd ingeleid door een muzikale opmaat en ook een spreuk van Rudolf Steiner en werden gehouden op het Novaliscollege in Eindhoven.  

Als er een mogelijkheid was werden er bezoeken afgelegd naar antroposofische instellingen voor senioren elders in Nederland. Zo herinner ik me ook een bezoek en rondleiding door Huize Valckenbosch in Zeist met 80 plaatsen.   


Tijdens een periode van ruim een jaar hebben we als initiatiefgroep veel partijen gesproken van architecten, projectontwikkelaars, de Triodosbank, Woningbouwverenigingen en Gemeentelijke afdelingen en wethouder Mary Fiers.  Probleem daarbij was vaak dat deze partijen in veel gevallen al geld vragen voor hun planontwikkeling of begroting. Dat lot onderging ook de Christengemeenschapskerk in Veldhoven, die hun financiële buffer helemaal opgebruikt en met alleen een globaal ontwerp en begroting voor een verbouwing.  

Vooral de gemeente Eindhoven stond lange tijd welwillend tegenover het initiatief en beloofde geschikte kavels vrij te geven voor de realisatie . Eerst in Eindhoven en later ook in Meerveldhoven waar een enorm gebied in verschillende fasen ontwikkeld werd. Binnen het plangebied Waterrijk zou ruimte zijn voor een nieuw initiatief met “particulier opdrachtgeverschap” zoals het seniorenproject genoemd werd.  

Helaas was de Triodosbank niet bereid om op te treden als financier en risicodragende partij, terwijl ze wel vernieuwend wilden zijn met hypotheken en woonstichtingen. Ook een grote partij als Stichting en woningbouwvereniging Trudo toonde aanvankelijk wel interesse, maar haakte uiteindelijk toch af.  

Ondanks jaren van aanhoudend proberen en alle mogelijkheden en contacten nalopend is nieuwbouw niet gerealiseerd. Een antroposofische verpleegtehuis kon uiteindelijk niet worden gerealiseerd. De hoge leeftijd ,  de steeds moeilijkere mobiliteit en soms ook optredende alzheimerverschijnselen ging steeds meer parten spelen . Het proces duurde eenvoudigweg veel te lang en er werd geen partij gevonden die het initiatief overnam. Al eerder, ergens medio 2007 ben ik uit het initiatief gestapt toen een zoon van Willy en Riet de vergaderingen ging bijwonen en een steeds belangrijkere rol ging spelen. Het sociale initiatief ging meer trekken krijgen van een familie-initiatief en dat wilde ik niet steunen.    

Vrije middelbare school Novaliscollege aan Sterrenlaan in Eindhoven

Wel kunnen uiteindelijk individuele personen aansluiten bij een al bestaand senioreninitiatief, waar men open stond voor de antroposofische mensvisie. Dat is Glorieuxpark, een 12 hectare groot park, dat een beschutte omgeving biedt en gelegen is aan de Geldropseweg 170 te Eindhoven. Dat park  biedt verschillende woonvormen voor ouderen waaronder kleinschalig wonen voor (dementerende) ouderen met een antroposofische levensstijl. Vanaf 1 november 2014 is het Lukashuis in gebruik genomen dat plaats biedt aan zes bewoners. Henk Verboom die ook jaren deel uitmaakte van de initiatiefgroep van Willy van Hagen is uiteindelijk uit de groep gestapt vanwege meningsverschillen. Hij is nu wel de contactpersoon voor Glorieuxpark.           



Prof.dr.Cees Zwart en de rol van sociale driegeleding en antroposofie in mijn leven.


prof.dr.Cees Zwart (foto Linkedin)


Zonder dat hij zich hiervan misschien bewust is,  speelde Cees Zwart een grote rol in mijn leven. Aan het einde van mijn studie Technische Bedrijfskunde 1983 aan de toenmalige Technische Hogeschool Eindhoven was ik  in aanraking gekomen met de antroposofie door een lezing van een leerkracht Jan Klaassen van de Vrije School Brabant over de antroposofie en het vrije school onderwijs. Dat was tijdens een TU/e Studium Generale lezingencyclus over Geestelijke Stromingen in 1982, waar ik zelf trouwens als sannyasin van Baghwan Shree Rajneesh ook een van de sprekers was. Die lezing over antroposofie heeft ervoor gezorgd dat mijn vrouw korte tijd later bovenbouwleerkracht Engels werd op de Vrije School Brabant.  Samen hebben we de bijscholingscursus antroposofie gevolgd, die ons veel inzichten gaf.
Grondlegger van de antroposofie Rudolf Steiner


Korte tijd later raakte ik betrokken bij een initiatiefgroep die zich inzette voor de oprichting van een vrije basis school in Eindhoven-Zuid. Een jaar later was vrije school De Regenboog een feit en kon een succesvolle start gemaakt worden. Mijn kinderen zijn ook naar deze school gegaan en bleef ik nog enige jaren penningmeester en als bestuurslid verbonden met die school. In diezelfde periode las ik een aantal boeken van Steiner en heel regelmatig ook het tijdschrift Jonas waardoor ik een beter inzicht kreeg in de antroposofie en haar werkgebieden. In dat vakblad kwamen ook prominente vrije schoolleerkrachten over het onderwijs aan bod, maar ook markante personen als  dr. A.Bos , dr. D. Brüll , dr. C. Zwart en prof. Lievegoed  aan bod, die zich breder over economische en maatschappelijke aspecten van de antroposofie uitten. 
Zo kwam ik erachter dat Bernard Lievegoed betrokken was bij het vakgebied organisatiekunde en bedrijfskunde en zelfs algemene wetenschappelijke boeken had geschreven over de levensloop van de mens en de levensfasen van een organisatie. Als oprichter van het Nederlands Pedagogisch Instituut (NPI ) dat later instituut voor organisatie-ontwikkeling heette, was Lievegoed een bekende persoonlijkheid en genoot veel aanzien. Lievegoed was ook rector van de Vrije Hogeschool in Driebergen. Op beide posities werd Cees Zwart door Lievegoed als zijn opvolger aangesteld. Bij het NPI in Driebergen leerde ik Cees Zwart ook persoonlijk kennen. 

Na mijn academische studie en ingenieurstitel wilde ik heel graag werk zoeken waarin de beide onderwerpen van enerzijds de sociale impuls van de antroposofie en anderzijds bedrijfskunde “samen” kwamen. Dus stuurde ik Cees Zwart een open sollicitatiebrief waarin ik me kandideerde voor een taak/functie bij het NPI. Er kwam een reactie en ik werd uitgenodigd op villa De Reehorst in Driebergen waar Zwart een kamer had. Bij deze directe ontmoeting raakte ik meteen onder de indruk van deze sterke persoonlijkheid, zijn zware stem, maar ook zijn charisma. Deze man heeft ècht iets te zeggen. Het gesprek was niet heel lang en de boodschap voor mij teleurstellend. Het NPI kon me niets bieden en ik moest me maar toeleggen op het ontwikkelen van basis financiële vaardigheden als penningmeester en organisatievaardigheden als bestuurslid van een vrije school. Uiteraard had ik toen ook nog niet veel bedrijfservaring om een echte meerwaarde te hebben voor het NPI. 

Via het vakblad Jonas lukte het me uiteindelijk wel om via eenzelfde weg, de open sollicitatie, in contact te komen met een ander klein antroposofische adviesbureau, genaamd “Commentor” waar jurist Nico Franken, vrije middelbare-school leraar uit Haarlem mr. Mouringh Boeke en  voormalig KLM HR-manager Max Rutgers-van Rozenburg de kern vormden. Daar had ik meer geluk en werd met open armen ontvangen maar zonder vast salaris of vastgelegde functie. Als “brede” bedrijfskundig adviseur kreeg ik de opdracht om de eerste screening uit te voeren en de adviesvraag c.q. latere adviesopdracht vast te stellen bij klanten en adviesvragers. De samenwerking heeft in mijn geval nauwelijks twee jaar gewerkt, want enerzijds was de potentiële markt van antroposofische organisaties en instellingen nog niet erg groot. Anderzijds waren de persoonlijkheden  te verschillend om een hecht team te zijn. Voor mij waren de maandelijkse vergaderingen door het land in Utrecht, Driebergen of Arnhem echter onvergetelijk en een belangrijke leerschool. Mijn eerdere ervaringen als kredietadviseur bij Stichting Memomunt in Amsterdam hielpen daar ook erg bij. Vanuit die rol waren we een soort van concurrent van de Triodosbank, die ook werkte voor dezelfde klanten en met persoonlijke borgstellingen voor leningen.

Verrassend genoeg werden Cees Zwart en ik later toch een soort van collega’s, toen ik een functie kreeg vanaf januari 1985 als universitair docent bij de Erasmus Universiteit in Rotterdam, bij de faculteit Bedrijfskunde. Prof. dr. Cees Zwart was verbonden als  hoogleraar sociale pedagogiek aan de economische faculteit. Daarnaast was hij hoogleraar organisatieontwikkeling en menselijke kwaliteit aan de Katholieke universiteit Brabant in Tilburg.  De antroposofie heeft ook een uitgesproken maatschappijvisie die Sociale of Maatschappelijke Driegeleding wordt genoemd. Daar was ik ook al enige jaren van op de hoogte en heeft ook decennialang mijn grote belangstelling gehad. Op een van de prikborden in het universiteitsgebouw zag ik een aankondiging of oproep aan geïnteresseerde studenten voor een cursus “Sociale Driegeleding”, gegeven door Cees Zwart tegen een geringe financiële vergoeding. Dat bracht mij op het idee om ook een soort Capita Selecta  op te zetten over Sociale Driegeleding. Dat heb ik ook een paar jaar gegeven aan een relatief kleine groep Erasmusstudenten. 
Na zo’n zeven jaar ben ik uiteindelijk vertrokken uit Rotterdam en ben terecht gekomen bij de opleiding Technische Bedrijfskunde van de Hogeschool Eindhoven vanaf 1992. Bij het vak organisatiesociologie die ik als docent aan vierde jaars studenten moest geven koos ik gedurende zo’n tien jaar een dun maar zeer betekenisvol boekje van Cees Zwart: ”Op weg naar een nieuwe cultuur van de arbeid” uitgegeven door Lemniscaat in 1992.  
Hoe vaker ik het boekje las en de opbouw en onderliggende boodschap steeds beter begreep, hoe belangrijker zijn visie op het fenomeen werk, arbeid en geluk voor mij als bedrijfs- en organisatiekundige werd. Zijn taalgebruik was verfijnd en bijna poëzie. Het werd mijn persoonlijke bijbel, waarmee ik honderden Technische Bedrijfskunde studenten diep probeerde te raken en te beïnvloeden. Zonder een wat meer fundamentele, filosofische en ethische kijk op de samenleving en de betekenis van de arbeid blijft bedrijfskunde oppervlakkig naar mijn mening. 
    
Eerste boek over Sociale Driegeleding als maatschappijvisie van de antroposofie 

Later op een belangrijk moment in mijn leven kwam ik Cees Zwart tegen op het Geert Groote college, de middelbare vrije school in Amsterdam, ter gelegenheid van een congres ergens in 2004 of 2005 over Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, waar Cees Zwart hoofdspreker was alsook John Hogervorst, uitgever en publicist van Nearchus en tijdschrift Driegonaal. Die dag in de grote toneelzaal zal ik niet meer vergeten omdat ik in mijn tas een volledig boekmanuscript had met als titel “Trias Politica Ethica”, dat ik in de pauze of na afloop overhandigd heb aan John met de vraag of hij het wilde uitgeven. Dat gebeurde ook en in 2006 lag het gedrukt en wel klaar. Het boek is de weerslag van twintig jaar innerlijk actief zijn met het onderwerp sociale driegeleding of de maatschappijvisie en sociale impuls van de antroposofie.  Na die tijd voelde ik me sterk genoeg om deze ideeën te toetsen aan de realiteit. Toen ik later het keuzevak ethiek ging geven aan bedrijfskundestudenten van Fontys Hogescholen kon ik mijn boekje Trias Politica Ethica bespreken en behandelen met studenten. Cees Zwart en ik zijn beide pleitbezorgers van de sociale driegeleding en dus duidelijke geestverwanten.

De laatste keer dat ik Cees Zwart persoonlijk nog gezien heb was tijdens een lezing die hij gaf op uitnodiging van de Eindhovense afdeling van de Antroposofische Vereniging met als titel “Nieuwe Gemeenschapsvorming” medio december 2009. Dat was in een lokaal van het Novaliscollege, de vrije school , waar mijn drie kinderen hun middelbare schooltijd hebben doorgebracht en mijn vrouw remedial teacher is geweest. Daarin blikt hij vooruit op het jaar 2010 en heeft goede hoop dat het nieuwe jaar veel positieve kansen biedt om doorbraken te bereiken bij wereldwijde problemen zoals klimaat- en milieucrisis, economische en financiële crisis . Steeds 21-jaar , een belangrijke cyclus, terugkijkend kom je uit in 1989 met de val van de Berlijnse muur (en korte tijd later de ineenstorting van de Sovjet Unie ) en daarna in 1968 met wereldwijde studentenprotesten Parijs, Amsterdam en de VS een periode van “verbeelding aan de macht” .   Zie ook        https://religieuze-ervaringen.blogspot.com/2009/12/2010-een-hoopvol-jaar.html    

Bernard Lievegoed, maar heel speciaal Cees Zwart en later ook Kim Lapré, Mouringh Boeke en Dieter Brüll zijn voor mij belangrijke inspiratoren geweest om het vakgebied Bedrijfskunde te verrijken met inzichten uit de antroposofie en met name de sociale impuls en de sociale driegeleding.Juist de eerste twee personen waren erin geslaagd de antroposofie in de academische wereld en het universitaire onderwijs te brengen. Dat is ook altijd mijn intentie geweest .                               
Tweede boek over de sociale impuls van de antroposofie

Bij toeval ontdekte ik een video op internet met daarin een lezing/toespraak van Cees Zwart over notabene zijn levensthema Sociale Driegeleding. De lezing op de website van "Apokalyps Nu"  is gedateerd 12 augustus 2017 en Zwart bespreekt daarin ook zijn visie op dit onderwerp.  Het is een bijna een uur durende toespraak, die een goed beeld geeft van de pogingen en omstandigheden in de periode 1919-1922  van Rudolf Steiner om dit onderwerp in de actualiteit en realiteit te brengen. Het is verbazingwekkend hoe deze eminence grise van bijna 85 jaar zo samenhangend, chronologisch (met plaatsen en tijden erbij) deze geschiedenis kan weergeven, zonder ruggesteun van een notitie of presentatie. Hij beschikt nog steeds over een groot en helder geheugen. 
https://apokalypsnu.nl/2017/08/12/prof-dr-cees-zwart-over-sociale-driegeleding-in-het-huidige-tijdsgewricht-van-existentiele-transitie/

Als voorbereiding heeft hij een essay geschreven dat ook integraal op internet is te vinden onder de titel Sociale Driegeleding:  Baken in transitie   
 https://www.antroposofischevereniging.nl/wp-content/uploads/sociale-driegeleding.-baken-in-transitie-cz.pdf
Dat is een prachtig overzichtswerk met vermelding van alle gebruikte bronnen waarin Zwart de essentie van de Sociale Driegeleding bespreekt en het belang voor een gezonde samenleving zeker kort na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Het had voor Europa een grote toekomstimpuls kunnen zijn, maar er waren volgens Steiner te weinig "wakkere" mensen om het idee of concept te steunen.
In 1922 heeft Steiner zelf aangegeven dat het mislukt is en heeft toen al zijn tijd en energie gestoken in het opzetten van een nieuwe onderwijsvorm, de Waldorf pedagogiek of in Nederland het Vrije School onderwijs. Volgens Zwart moeten er eerst voldoende zelfstandig denkende en zich  verantwoordelijk voelende  mensen zijn om de maatschappij om te vormen. Nu na bijna 100 jaar vrijeschool ervaring wereldwijd zouden we misschien wel in staat zijn om langzaam een associatieve economie op te bouwen, die effectief én efficiënt én duurzaam is en geen schade toebrengt aan de aarde, natuur en milieu en die alle mensen wereldwijd voorziet in hun behoeften aan economische goederen.